Monthly Archives: juni 2014

Respecteier dien taal 4 (Van boete aaf : zie euver ós)

Van boete aaf : Zie euver ós

In de regionale kranten verschijnen artikelen met interviews van mensen die hier van elders (vanuit Holland) zijn komen wonen en werken. Zij geven hun visie op “de Limburger” zoals zij die zagen vóórdat ze “emigreerden” naar het zuiden. En die visies blijken niet meer te zijn dan vooroordelen over een bevolkingsgroep die men niet of nauwelijks kende.

Opvallend daarbij is het negatieve imago van de Limburger buiten zijn provinciegrenzen.
Opvattingen die er niet om liegen! Een paar voorbeelden : de Limburger is dom, kleinburgerlijk, conservatief. Zo, dat weten we dan ook weer ! Overigens blijkt dat niet-Limburgers als ze eenmaal hier wonen, hun meningen snel herzien. Maar de vraag blijft toch hoe het mogelijk is dat dit soort hardnekkige vooroordelen blijven bestaan. Nu zijn daar verschillende verklaringen voor die we uiteraard niet in deze rubriek bespreken. Beperken we ons tot de relatie “Hollands” versus dialect.

Veel niet-dialectsprekers zijn van mening dat men de dialectspreker niet serieus kan nemen. Want een dialect is toch “immers” een min of meer weggezakte vorm van de Standaardtaal en derhalve een onderontwikkelde taalvorm. Het is daarom logisch dat een dialectspreker tot de eenvoudigen van geest gerekend moet worden. Deze visie is natuurlijk onzin; toegeven eraan is geen optie temeer omdat het gewoon, zoals gezegd, niet waar is!
Het is en blijft echter tegen dergelijke vooroordelen te vechten!

Het is in de taalkunde al jaren bekend dat de Limburger “trager” spreekt en dat heeft tot gevolg dat hij door met name veel “hollanders” op grond daarvan als minder intelligent wordt beschouwd. Daar komt nog bij dat de “Hollander” zelf over het algemeen directer is, sneller reageer, iemand van een recht-toe-recht-aan cultuur, “veursjneppetiger”. Bovendien is het Hollands-Nederlands dat we zo goed van de televisie, radio, kennen (ook wel polder-Nederlands genoemd) korter, killer. Het maakt namelijk veel minder gebruik van de stem (het is “stemlozer”, zoals dat in de klankleer heet.

De Limburger daarentegen heeft de neiging een wat afhoudende houding aan te nemen, wat vaak als niet positief geduid wordt. Maar eenzelfde houding vinden wij ook in veel andere West-Europese landen waar de directheid (“Ik zeg wat ik denk”) vaak niet op prijs gesteld wordt

En dan is er nog een bijzonder interessant gegeven! Onze dialecten zijn in hun klankleer duidelijk complexer, gebruiken veel meer de stem bij het spreken (ze zijn “stemhebbender”),zegt de vakman. Bovendien spelen andere factoren als stoottoon en sleeptoon (waarover later meer), rekkingen van klinkers en muzikaliteit een zeer belangrijke rol.

Concreet betekent dit dat men die taal door al die factoren iets langzamer uitspreekt. Dat is zo. Maar om nu te beweren dat dat met intelligentie te maken heeft…………………

F.W. (juni 2014)

Bron : sittard-geleen.nieuws.nl

    Datum:

    Voornaam:

    Achternaam:

    Adres:

    Postcode:

    Plaats:

    E-mailadres:

    3 laatste cijfers bankrekening:

    Noodzakelijk om misverstanden bij dubbele namen te vermijden

    Aantal exemplaren:

    Levering:

    Het versturen van dit contactformulier kan een paar seconden duren.

    Respecteier dien taal 3 (’n Dialek, is dat waal ’n taal ?)

    ’n Dialek, is dat  waal ’n taal ?

    Het levert soms bizarre situaties op als mensen over “taal” spreken. Wat “taal” inhoudt, daar heeft men over het algemeen wel een min of meer duidelijk idee over. Je gebruikt die immers in de algemene communicatie, zowel mondeling als schriftelijk. Bovendien zegt “taal” ook iets over je algemene ontwikkeling, zo heb ik begrepen. Immers, een beschaafd en ontwikkeld iemand spreekt over het algemeen géén dialect! Daarbij komt ook nog dat dialect spreken typisch iets voor “de provincie” is.
    Zo, dat is duidelijke taal! Dat is in elk geval een visie op taal/dialect. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat er hier sprake is van een stevig vooroordeel. En dat is het gemakkelijke van een vooroordeel: je oordeel staat van tevoren reeds vast, zonder dat je je op enigerlei wijze verdiept hebt in het onderwerp.
    U meent dat dat maar zelden voorkomt?? Zeker op het gebied van taal/dialect zijn er nog een behoorlijk aantal vooroordelen op te ruimen. We zullen ze zeker niet uit de weg gaan.

    Maar wat zegt nu de taalkunde over de relatie taal/dialect? Taalkundigen maken geen onderscheid tussen “taal” en “dialect”, want een dialect is een taal, zij het van beperktere geografische omvang. Zij gaan immers uit van aantoonbare criteria binnen de moderne taalkunde, criteria o.a. op het gebied van de zinsbouw en de klankleer, waarbij in het bijzonder gelet wordt op de eigen-aardige aspecten van die taal.

    Deze uitgangspunten kunnen worden toegepast op elke taal, dus ook een dialect. Wat blijkt nu? Die taalkundige blauwdruk past ook volledig op een dialect als het Sittards! Dat betekent dus dat we in ons (Sittards) geval mogen concluderen dat ons dialect een volwaardig eigentijds taalsysteem is. Het heeft, net als andere taalsystemen, zijn eigen regels en wetmatigheden die door de gebruiker gerespecteerd dienen te worden. Waarom zou men de regels/wetmatigheden van bijvoorbeeld het Nederlands wel respecteren en die van de eigen taal, het dialect niet?? Merkwaardigerwijs wordt dit voor het eigen dialect helaas niet altijd als vanzelfsprekend ervaren! In feite een vreemde zaak.

    Is de “ontdekking” van het gegeven dat dialect taal is, zo nieuw dat eigenlijk nog niemand er nog goed kennis van heeft kunnen nemen? Evenzo geldt het feit dat de dialecten gerekend worden tot het Europees cultuurgoed. Ze zijn namelijk eeuwen ouder dan de Standaardtaal die uit die dialecten is voortgekomen. We kunnen kort zijn: nee, want deze gegevens zijn al vele tientallen jaren bekend, maar vaak  nauwelijks/niet vertaald in een passend taalbeleid. En waar komen desondanks die hardnekkige vooroordelen vandaan en wat kan men er tegen ondernemen?…………..

    We praten graag verder: wordt vervolgd.

    F.W. (22 mei 2014)

    Bron : sittard-geleen.nieuws.nl

      Datum:

      Voornaam:

      Achternaam:

      Adres:

      Postcode:

      Plaats:

      E-mailadres:

      3 laatste cijfers bankrekening:

      Noodzakelijk om misverstanden bij dubbele namen te vermijden

      Aantal exemplaren:

      Levering:

      Het versturen van dit contactformulier kan een paar seconden duren.

      SJRIEFWIEZER
      Wilt geer gaer goud Zittesj sjrieve, numt dan
      kóntak op mit De Willy Dols Stichting, die
      hulp uch mit alle plezeier op waeg.

      Gaot nao De Sjriefwiezer es ‘t goud Zittesj mót zeen. De Willy Dols Stichting hulp uch gratis op waeg nao ‘n modern Zittesje sjriefwies.

      De Sjriefwiezer!
      Es ‘t óm de richtige Zittesje sjpelling geit!
      De Willy Dols Stichting
      Es ‘t óm taal en teks in ‘t Zittesj geit.......

      En womit zouwe veer uch kènne helpe ?
      Dènk èns aan 'n teks van :
      'n trouwkaart
      'n gebäörtekaertje
      'n gedachtenisprèntje (dodeprèntje)
      'n program(-ma) buikske
      'ne breif
      'n gedich/ 'n leidje
      'n verhaol

      Höbt geer vraoge euver 't ein of anger, num dan gerös kóntak mit ós op via de e-mail of bel (046) 4517203
      Steuntje
      Hulp neudig bie 't sjrieve van 'n songtekst, gedich of sms'je in 't Limburgs? Dees basistips kènt me toepasse op de meiste Limburgse dialekte.

      Download hie 't Steuntje es PDF »
      Deze website is mede gefinancierd door: